Categorieën
Uncategorized

Steeds beter worden in het schrijven van korte verhalen om uiteindelijk…

Waar gaat het uiteindelijk om bij het schrijven van een kort verhaal? Wat moet je uiteindelijk allemaal kunnen? Een yoga-goeroe en wedstrijddansers geven inzicht in wat de kern kan zijn van jezelf ontwikkelen.

Deze uitspraak hoorde ik vandaag van yoga-goeroe Rodney Yee: de houding aller yoga-houdingen is de berghouding (in gewone-mensentaal: rechtop staan). Het ziet er bedrieglijk eenvoudig uit, en iedereen die gezond is denkt dat hij het kan, maar het vraagt decennia gedisciplineerd oefenen om het tot in de puntjes te beheersen. Alle ingewikkelde yoga-houdingen waar buitenstaanders zo tegenop kijken (op je hoofd staan of je lichaam in elkaar geschroefd of balancerend op een manier die de zwaartekracht lijkt te tarten) zijn er om uiteindelijk perfect rechtop te kunnen staan. Oké, ik heb het scherper verwoord dan het gezegd werd, maar in de kern kwam het daarop neer.

Iets soortgelijks kwam ik ooit tegen toen ik met danswedstrijden begon. Als beginner (ik ben nooit verder gekomen dan het stadium van beginner) dacht ik dat echte kampioenen steeds ingewikkeldere passen zouden oefenen, maar tot mijn verbazing zag ik ze vaak hetzelfde doen: basispassen perfectioneren. Of als ze even iets anders wilden: een stukje lopen met de sierlijkheid die ontstaat uit aandacht en beheersing.

Het zal je niet verbazen dat ik een vergelijking trek met het schrijven van verhalen. Het is natuurlijk heel knap als je een verhaal schrijft dat van voor naar achter gelezen een autobiografie is, van achter naar voren gelezen iets toevoegt aan de Griekse mythologie, terwijl als je ieder oneven woord schrapt, er een variant op het bijbelboek Genesis ontstaat. Maar wat voor kunsten je allemaal ook onder de knie krijgt, uiteindelijk zul je, naar mijn mening, toch steeds dichter moeten komen tot de basis.

En wat die basis is?

Voor mij is dat een alinea waarin ik helemaal verdwijn om plaats te maken voor het hier en nu – een hier en nu dat wordt gevormd door de drijfveer en de belevingswereld van het personage. Geen capriolen, geen uitvluchten, geen mooischrijverij. Alleen het personage dat vanuit zijn subjectieve geest het moment en het conflict creëert.

En voor jou?

Wat is voor jou de basis van het schrijven van een kort verhaal? Je kunt een steentje bijdragen aan dit blog door hieronder te benoemen wat jij als basis ziet. Een regel, een zin, kan al waardevol zijn. Dank je wel alvast!

Door Ton Rozeman

Schrijver en docent creative writing. Publiceerde verhalenbundels (longlist Ako en Libris) en het handboek 'Korte Verhalen Schrijven'. Zijn meest recente bundel is 'Wat ik van liefde weet'.

10 reacties op “Steeds beter worden in het schrijven van korte verhalen om uiteindelijk…”

De basis voor een kort verhaal voor mij is in de meeste gevallen een gevoel. Soms is het niet echt handig als je een empathisch persoon bent (ik zou nooit een strenge directrice kunnen worden), maar wat betreft het schrijven van een verhaal is het een ‘blessing’. Zo verplaats ik mij in een oudere dame die net haar man heeft verloren of ben ik de partner van iemand die zijn geliefde heeft verloren tijdens een aanslag. Vaak moet ik mijn verhaal ook in een adem schrijven omdat een bepaald gevoel heel sterk aanwezig is en daar wil ik maximaal van kunnen profiteren.

Fijn he, Merel, dat gevoelig zijn bij het schrijven in je voordeel kan werken. Dat kan ik wel als ‘compensatie’ ervaren voor al die andere momenten in het leven waar die eigenschap niet gewaardeerd lijkt te worden. Vind het wel soft klinken, als ik het zo opschrijf, maar ik laat het toch staan, ik vind het voor mezelf kloppen, al zal het niet voor alle schrijvers hoeven op te gaan.

Ja, heerlijk! Soms heb ik maar heel weinig nodig om in een bepaald gevoel te komen. Soms hoef ik maar naar een foto van iemand te kijken en naar de gezichtsuitdrukking en ik voel me bang, opgewonden of verdrietig. En door steeds naar die foto te kijken blijft dat gevoel. En ik vind het niet soft klinken hoor. Het is gewoon iets waar je je voordeel mee kunt doen. Of je nu slaagt met een 6 of een 7, zou niet moeten uitmaken aan het feit dat je geslaagd bent. Zo zie ik het schijven ook een beetje. De een heeft tastbare ellende in zijn leven nodig, de ander kan zich er makkelijker in verplaatsen. Als er uiteindelijk een mooi verhaal uitkomt is het voor een goed doel.

Hoi Ton,

Ik ben het nog het meest met Annemiek eens. De basis wordt gevormd door de woorden, de zin, de alinea. Wat jij zegt (het schrijven binnen het hier en nu dat wordt gevormd door de drijfveer en de belevingswereld van het personage) vind ik eigenlijk iets wat uit de basis voortkomt. Iets wat je alleen leert door de basispassen zo vaak te herhalen dat je daar steeds beter in slaagt.

De basis, precies. Misschien dat te veel schrijvers hun korte verhaal geforceerd opleuken en proberen om allerlei ‘speciale effecten’ te bereiken, het moet immers knallen. Daarom is het goed om juist extra aandacht te besteden aan de basis. Het gaat immers niet om de actie zelf, maar de scherpte waarmee je die actie schetst. Zo zie ik het tenminste.

Is schrijven niet juist heel erg verschillend van iets als dansen. Een danswedstrijd is er uiteindelijk op gericht een van te voren bepaalde standaard te behalen. Een pas móet op een bepaalde manier gebeuren. De tango gaat zo. De deelnemer wiens passen daar het meest op lijken wint. Misschien trek ik de metafoor te ver door hoor, maar Munro, Carver en Murakami zouden toch nooit aan dezelfde wedstrijd mee kunnen doen?
Is schrijven niet ánders zijn (in een bepaalde traditie anders, maar toch, ook anders dan die traditie)?
Aan de andere kant ben ik ook van mening dat het eerst doel is een ervaring te creëren. Maar het hoe, hoe een schrijver zoiets doet, dat draagt daar ook weer aan bij.

Het is een lastige vraag ja, haha.

Inderdaad lastige vraag, Ton. Moest er diep over nadenken. Voor mij is de basis het naar boven halen van het verhaal in mezelf. Ik begin dan met de zin ‘Ik herinner me…’ of ‘Ik kijk naar…’ (ik haalde de mosterd – alweer – bij Natalie Goldberg ;-)) ). Met de ene zin ben ik meer naar binnen gericht, met de andere meer naar buiten, naar de omgeving waarin ik me bevind (wat niet wegneemt dat ik me ook via die omgeving naar binnen kan richten of werken). Geen capriolen, geen uitvluchten, geen mooischrijverij. Alleen ik in strijd met mezelf.
Deze training, mijn basispassen zeg maar, kan ik om het even waar beoefenen : ’s morgens in de trein naar het werk, op een zonnig terras, enz. Met mijn balpen en mijn schrijfblokje. En met wat zo, door dit gevecht, naar boven is gekomen, trek ik achteraf naar de pc. Dan begint een tweede, ander soort gevecht : alles in de uiteindelijke verhaalvorm gieten. Maar de basis blijft voor mij dat eerste, o zo moeilijke gevecht.

Pff, dit is wel een heel lastige vraag, Ton.
De basis van een verhaal is de alinea, is de zin, is het woord. Zeg ik nu iets geks?
Ik bedoel ermee dat ik als schrijver uitdrukking wil geven aan wat er gaande is, in en tussen mensen, in de ruimte, in de tijd, enzovoort. Het is het spel van het zoeken van woorden, die recht doen aan alles waar binnen het verhaal rekening mee moet worden gehouden. Voor mij is dát de essentie. Voor mij is het trouwens dezelfde essentie als die van het schrijven van een roman.

Ja, lastige vraag he? Vandaag liep ik ermee rond en kon ik er wat mee, maar er zijn ook dagen dat ik er niet mee bezig ben. Dank voor het geven van je visie; ik was er zelf niet op gekomen dat ‘het spel van zoeken naar woorden die recht doen’ voor een schrijver de essentie kan zijn. Voor mij is dat misschien wat meer bijzaak, maar het is goed om me te realiseren dat een andere schrijver anders tegen hoofd- en bijzaken aan kan kijken.

Reacties zijn gesloten.