Maar wat is een kort verhaal eigenlijk? Het is een vraag die mij (zowel in de rol van docent als in die van schrijver) vaak gesteld wordt. Meestal verwacht de vragensteller een antwoord dat duidt op het aantal woorden dat een kort verhaal mag beslaan. Tot zoveel woorden is het een kort verhaal, tot zoveel woorden is het een novelle, en daarna is het een roman.
Zelf kan ik daar niet zoveel mee. Ik vind het exacte aantal woorden en het trekken van een absolute grens niet iets zeggen over de essentie van het korte verhaal. Op de vraag wat een mens is, kan een antwoord zijn dat het een wezen is tussen – pak hem beet – de 30 en de 230 centimeter. Maar iets wezenlijks zeggen doet dat niet.
Wat de essentie van het korte verhaal kan zijn, kwam ik treffend geformuleerd tegen op Amazon, bij de bespreking van van Ann Beattie’s verhalenbundel The New Yorker Stories. John Lehman schrijft daar:
‘Een roman (…) is een complete wereld op zichzelf. Een kort verhaal is meer als een schijnwerper die op een mensenmassa is gericht. We zien wat er is, maar weten ook dat er dingen rechts en links van de schijnwerper zijn die we niet direct kunnen zien. Dat zijn de gebeurtenissen die de personages van het korte verhaal overkwamen voordat het begon, of die ze overkomen nadat de woorden op de bladzijde zijn opgehouden. Als schrijvers geven we hints voor de lezer en vertrouwen we erop dat de lezer creëert wat we niet onder woorden gebracht hebben. Het is dit samenwerken met een publiek dat in het creatieve proces van onschatbare waarde is voor andere vormen van schrijven. Zij zijn er afhankelijk van, maar nergens (behalve misschien in de poëzie) is het van groter belang dan in het korte verhaal. Het geheim van goed schrijven is je lezer er actief bij te betrekken om het werk voor je te doen.’
Kijk, dat zegt me meer dan een arbitraire grens van zoveel woorden.
Meer over ‘de schijnwerperfunctie’ van het korte verhaal
Wil je trouwens meer lezen over de schijnwerperfunctie van het korte verhaal, lees dan de post Wat de fotografie je leert over compositie.
Wat is een kort verhaal volgens jou?
Zoveel schrijvers, zoveel definities van het korte verhaal. Wat betekent het korte verhaal voor jou? Wat is voor jou de essentie?
4 reacties op “Maar wat is een kort verhaal eigenlijk?”
Mooi blog, Ton!
Ik heb wel een verzoeknummer voor een post, als het mag 😉 Ben nu “De wil en de weg” van Jan Brokken aan het lezen, ook van de schrijfbibliotheek van Augustus, en hij wijdt een hoofdstuk aan schrijven over seks. Ik ben bezig aan een verhaal waar seks een redelijke rol in speelt (op een gewelddadige manier, maar vanuit het perspectief van het ‘slachtoffer’ (is niet zo zwartwit uiteraard) ) en ik vind het erg moeilijk. Jan Brokken ergert zich aan beginnende schrijvers die te netjes willen zijn en geen woorden als kut en pik durven te gebruiken, maar dat zijn gewoon geen woorden voor mijn hoofdpersoon. Mijn (intellectuele, rationele, ietwat elitaire) hoofdpersoon zou er liefst zo min mogelijk woorden aan vuil maken en met omtrekkende bewegingen en veel beeldspraak omheen praten, maar ik wil het wel goed beschrijven, omdat het zo’n impact heeft, en ook voorkomen dat het lijkt alsof ik als schrijver de zaken niet durf te benoemen. Maar ik wil ook niet te plat worden en ook dicht bij haar belevingswereld blijven, en dat vind ik erg moeilijk. Mag ik vragen naar jouw gedachten daarover?
Ik kan me goed vinden in de omschrijving van John Lehman, vind ‘m eigenlijk wel mooi.
Juist ook omdat hij tegelijkertijd belicht wat een kort verhaal niet is.
Over wat een kort verhaal voor mij is, denk ik nog even na. Maar ik zie een heel duidelijke parallel met het theater. Bepaalde personages komen in een bepaalde tijdspanne (de duur van het stuk) in contact – doorgaans in confrontatie – met elkaar, terwijl ze vaak al een verleden met elkaar hebben. Naar ‘de gebeurtenissen die de personages van het korte verhaal/toneelstuk overkwamen voordat het begon’ wordt in meerdere of mindere mate verwezen, naar de gebeurtenissen die de personages ‘overkomen nadat de woorden op de bladzijde/op de scène zijn opgehouden’ soms ook. Maar waar het hem allemaal om draait, wat echt telt, zijn de woorden die in het korte verhaal/in het toneelstuk worden meegedeeld aan de lezer/de toeschouwer. Wat het theater betreft, kun je letterlijk spreken van een schijnwerperfunctie. ;-))
‘Terwijl ze vaak al een verleden hebben’
Herkenbaar, Roland. Dat is waar ik bij verhalen van studenten en ook van mezelf bij stilsta: dat er al een verleden is op het moment dat de tekst begint.