In de beperking toont zich de meester. Dat is de essentie van het korte verhaal en het roept de vraag op hoe je je als verhalenschrijver kunt beperken, ofwel: waarop je kunt besparen.
In een eerdere post heb ik drie besparingstips gegeven. Dat leverde een paar zeer bruikbare lezersreacties op (waarvoor dank!), waarvan ik er nu eentje onder de loep neem.
beperking van het aantal woorden
Als je vooraf een limiet stelt (of misschien wel: krijgt gesteld), kan dat je helpen je verhaal in bedwang te houden. Ik heb de kracht van die beperking gezien in de paar jaar dat ik een van de juryleden was voor het vpro-radioprogramma ‘Duizend Woorden’ (je raadt vast wel wat de maximale omvang van de ingezonden verhalen mocht zijn).
Meestal was die limiet een verademing: de schrijvers werden gedwongen zich tot de essentie te beperken. In de uitzending vertelden ze hoe het eerst onmogelijk leek onder de magische grens uit te komen, en hoe ze het uiteindelijk toch was gelukt. Juist doordat ze moesten schrappen, waren ze uitgekomen bij de essentie van wat ze wilden vertellen.
Toch ging het ondanks deze limiet, of beter gezegd dankzij deze limiet, een enkele keer ook mis. Daar waren twee oorzaken voor:
toch nog te weinig beperkt
Een enkele keer bleek achteraf dat het verhaal ook in vijfhonderd woorden of minder kon worden verteld, en dat de schrijvers zo in de ban van duizend woorden waren, dat ze niet in de gaten hadden dat verdere indikking noodzakelijk was. De duizend-woordenlimiet had ze alleen maar schijnzekerheid gegeven.
te veel beperkt
Ook gebeurde het dat schrijvers een langer verhaal hadden liggen en daarin gingen snoeien om mee te kunnen dingen. Een symptoom daarvan is dat het tempo van de tekst te traag is, omdat deze geschreven is voor een veel langere spanningsboog. Een ander symptoom is dat er personages en elementen worden geïntroduceerd die niet strikt noodzakelijk zijn voor deze ‘afgekapte’ tekst; ze hebben alleen een functie in de langere variant. Je zou hiertegenin kunnen brengen dat het eigenlijk geen probleem was dat de limiet duizend woorden was, maar dat de schrijvers niet op de juiste wijze hun tekst hadden ingedikt. Dat zou zo kunnen zijn, maar het kan evengoed dat ze hun verhaal niet hadden moeten inkorten, en dat het verhaal gewoon meer woorden nodig had.
maar wat dan?
Maar als duizend woorden de ene keer te veel is en de andere keer te weing, hoe weet je dan wat het aantal woorden van je verhaal moet zijn? Ik denk dat daar geen goed antwoord op te geven is. Het belangrijkste wat je kunt doen is je richten op al die andere factoren waarmee je een verhaal kunt beperken. Dan kom je op den duur uit bij het optimale aantal woorden voor dat ene specifieke verhaal. En dat aantal woorden laat zich dan pas achteraf vaststellen.
oproep
Mijn vraag aan jou: heb je ervaring met het schrijven van korte verhalen met een woordlimiet? Hoe werkt dat voor jou? Graag hieronder je reactie. Eenvoudig een duim omhoog of omlaag kan ook. Dank je wel.
17 reacties op “Je verhaal begrenzen door een woordlimiet?”
Met het kader duizend woorden is volgens mij iets bijzonders aan de hand. Het is denk ik niet voor niets zo’n bijzonder programma geworden. Het is een prachtig restrictie voor als het je als schrijver past. Op de een of andere manier krijg je een bepaalde scherpte, diepte verhouding. Het echte vijf voor twaalf, gevoel, heb ik geleerd door de duizendwoorden regel!
Welkom op dit blog, San. Hoop je vaker te horen hier. En duizend woorden mis ik nog wel eens. Was inderdaad een bijzonder formule.
Het aantal woorden is geen echte beperking, behalve dat een kort verhaal over het algemeen geen 30.000 woorden heeft (dan is het een novelle, en schuif je richting roman). Een verhaal heeft zoveel woorden nodig als er nodig zijn. Sommige verhalen hoeven echt niet langer dan 100 woorden te zijn, anderen kunnen niet korter zijn dan 30.000. Wat goed is voor een verhaal hangt af van wat je wilt vertellen.
Ik heb geschreven met verschillende woordlimieten:
– ca. 800 woorden: te weinig ruimte om te reflecteren, het was een opsomming van feiten. M.a.w.: Ik had er beter aan gedaan één feit te pakken. Aan de andere kant past dat niet bij het genre: reisverhaal. (nooit ingestuurd)
– 1500 woorden: met een simpele plot goed te doen, met ruimte voor details en vooral: intertextuele referenties. Er is echter geen ruimte voor een brede beschrijving van de personages, maar dat moet er dan ook niet toe doen. (gepubliceerd)
– 2000 woorden: Het begin was al door een ander geschreven. Dat was erg traag. Die traagheid leidde ertoe dat er veel weggelaten en geschrapt moest worden. Géén details, géén uitleg, géén misleiding, géén complexe plot, en dat is funest voor een thriller.
– 3000 woorden: door de plot iets complexer te maken, is er ruimte voor misleiding van de lezer. Bovendien geeft het de ruimte meer kleur aan de personages en de setting te geven. Dat laatste is bij het genre (fantasy, sciencefiction) natuurlijk van belang. (wordt gepubliceerd)
– 6000 woorden: nog meer ruimte voor een complexe plot, voor details, bespiegeling, personages. De dialogen krijgen meer ruimte. De personages kunnen dingen doen die hun karakter onderstrepen en handelen niet meer alleen vanwege de plot. Een kleine subplot wordt mogelijk. Uitgebreide uitleg is niet mogelijk: je moet maar hopen dat de lezers de hints oppakken en een verhaal bieden dat zonder uitleg ook interessant is. Ik heb nauwelijks hoeven schrappen. (gepubliceerd)
– 10.000 woorden: We hebben het hier al over novelettes. Wie verhalen van 6000-8000 woorden gewend is, kan hierin net wat meer kwijt maar moet uitkijken dat het niet teveel wordt. Een kort verhaal kan ook bezwijken onder teveel beschrijving, teveel dialoog, te veel uitleg. Het is mogelijk het verhaal wat trager, lomer te schrijven. Ik heb niet hoeven te schrappen vanwege de woordlimiet, alleen vanwege de tekst zelf. (wacht op reactie)
– 12.000/12.500 woorden. Dit gaat om verhalen die in boekvorm ca. 40 pagina’s zouden bestrijken. Omdat het een zeldzaam hoog aantal woorden is, verwarren schrijvers het met een roman. Complexiteit en gedetailleerdheid passen dan eerder bij de 120.000 woorden, waardoor het alsnog een gehaast verhaal wordt.
Gewoon je verhalen schrijven en achteraf (na het schrappen) kijken hoe lang ze zijn kan een goede oefening zijn om na te gaan hoeveel woorden je voor een bepaald type verhaal nodig hebt.
Zo te zien heb je echt iets met lengte en woordenaantal, Schlimazlnik 😉
Wat zal ik zeggen? Die Unvollendete staat ondertussen op ruim 255.000 woorden, en ik heb de indruk dat het verhaal nog niet half geschreven is.
Mijn eerste echt lange afgeronde verhaal: 164 blz. (geschatte lengte: 40.000 woorden). Ander afgerond verhaal: ruim 117.000 woorden. De revisie zit niet in het inkorten of indikken, maar in “hoe schrijf ik het handiger/acceptabeler”. Dat heb je zo met jeugdzonden.
255.000 woorden? Dat lijkt me geen kort verhaal meer, Schlimazlnik! Een roman-cylus?
Ik zit altijd aan hikken tegen die woordlimiet, maar uiteindelijk blijk ik er automatisch naar toe te schrijven. Ik ‘overschrijf’ de limiet dan wel, wat me kritisch naar mijn werk doet kijken en dan blikt dat zinnen ingekort kunnen worden of dater iets op een andere manier gezegd kan worden. Lastig blijft het wel, hoewel dat weer afhangt van het aantal woorden
Herkenbaar. Het dwingt je inderdaad tot de essentie te komen.
Onlangs kreeg ik de vraag een vakantieliefde te beschrijven in maximaal 100 woorden. In die 100 woorden heb ik al mijn vakantieliefdes verwerkt, wat resulteerde in het volgende:
“Anja
Niet zoenen voor Saint-Tropez, hadden mijn vrienden en ik afgesproken. Maar dat was nog zo’n roteind fietsen vanuit Valence. In Privas ging ik voor de bijl. Na een avondje slowen, kwam een brede man uit het publiek op me af.
‘I’m her father.’
Brutaal antwoordde ik: ‘And I’m her lover.’
Van Anja leerde ik vrijen, op een berghelling in de Ardèche.
Na de zomervakantie ging ik studeren in Wageningen. Regelmatig kwam ze op bezoek, ook in perioden dat ik “verkering” had. Die relaties zijn allemaal vervlogen, maar Anja zie ik nog steeds. Ze is inmiddels gescheiden.”
Beperkingen kunnen structurerend werken. Op bovengenoemd geneuzel kreeg ik vele reacties, maar twee wil ik je niet onthouden: “Goh, da’s een hele roman!” Een mooier compliment had ik me niet kunnen wensen!
Hartelijk groetend,
Eus
Eus, dit is een heus ZKV. En bedoel je met de twee reacties die je kreeg dat je twee keer geprezen werd dat het een roman was?
Ik kreeg van beide personen letterlijk dezelfde reactie. Naar mijn weten (maar wie doorziet die vreemde virtuele wereld) kennen de twee dames elkaar niet.
De pluim (inderdaad 2x ‘een roman’) was iets te veel van het goede denk ik zelf.
Maar Miss Moneypenny, waarom zou je een verhaal van 2700 woorden inleveren als de limiet 2500 woorden is? Dat is toch een beetje vreemd, of niet? 🙂
Inderdaad, verbazend hoeveel er altijd nog te schrappen valt! Toch ben ik achteraf altijd blij dat ik het heb gedaan. Mijn verhalen worden er ‘strakker’ en dus beter door.
Wat wel vervelend is, is wanneer je een goed verhaal geschreven hebt voor een wedstrijd met een woordlimiet en na veel schrappen nog steeds boven het limiet zit. Ik heb een verhaal wel eens ingestuurd ondanks dat het 2.700 woorden had (limiet was 2.500 woorden). Ik heb niet gewonnen, maar weet niet of het daaraan lag. 😉 Weet jij Ton of men daar heel precies in is?
Miss, mijn ervaring is dat als een verhaal goed gevonden wordt en er een kleine overschrijding is, aan de schrijver wordt gevraagd om het toch verder in te korten. Maar ik kan niet voor andere jury’s spreken. Neem liever het zekere voor het onzekere, helemaal als er veel inzendingen zijn.
Hmm, ik hoop eigenlijk niet dat je gelijk hebt, gezien de inzendingen die ik recent heb gedaan. Maar met dit in mijn achterhoofd zal ik de volgende keer beter opletten…
Voor mij werkt een woordlimiet meestal goed. Ik ga er in eerste instantie altijd overheen waardoor ik moet inkorten. Dit dwingt me om kritisch naar de tekst te kijken en alle niet noodzakelijke woorden te schrappen en dit komt de kwaliteit uiteindelijk altijd ten goede.
Als het je extra oplettend maakt op niet-noodzakelijke woorden, dan is het inderdaad behulpzaam. Het verbaast mij ook altijd dat er zoveel te schrappen valt, zelfs al dacht ik eerst dat ik het zo strak had opgeschreven.