Een foto zegt meer dan duizend woorden. Oké, het is een cliché, maar zoals met veel clichés, er zit wel een kern van waarheid in.
Een foto laat het moment zien waarop hij is genomen, hij geeft daarvan een weergave. Maar een goede foto doet méér dan dat. Hij wekt ook een suggestie die groter is dan wat er daadwerkelijk in het beeld is terug te vinden. Het is bijna magie: je kijkt naar een paar vierkante centimeter en je ziet een wereld.
Die suggestieve kracht – in dat opzicht kun je een kort verhaal met een foto vergelijken. Al zijn er natuurlijk verschillen: in de meeste verhalen vertrekt er tijd, en in foto’s gebeurt dat niet. Maar de sterke overeenkomst met een foto is dat ook in een kort verhaal meer gesuggereerd wordt dan je daadwerkelijk te zien krijgt.
Wat kunnen we als verhalenschrijver leren van de fotografie?
- Beide maken gebruik van een kader. De gebeurtenissen binnen het kader krijg je te zien en te lezen, de zaken buiten het kader niet. Dat klinkt heel simpel en dat is het ook. Maar het is wel essentieel. Je kader is allesbepalend. Niet gek om daar eens bij stil te staan.
- Beide kennen diepte. Bij fotografie wordt die diepte bepaald door het verschil in scherpte tussen de voor- en de achtergrond. Stel je fotografeert iemand voor een bergketen. Als je de persoon scherp in beeld neemt, en de bergen vaag laat (fotografen noemen zo’n vage toestand: blur), lijkt er meer diepte te zijn dan als je zowel de voor- als achtergrond scherp in beeld brengt. Ook bij een verhaal kun je scherpstellen op het hier en nu van je personage, en zijn achtergrond vaag laten.
- Beide kennen een sluitertijd. Dit is de tijd (in milliseconden of pagina’s) die je neemt om de gebeurtenis vast te leggen. Zo kun je een gebeurtenis bevriezen zodat de details zichtbaar worden, of juist heel vluchtig maken waardoor de de meeste details vervagen of in de stroom verloren gaan.
Misschien bedenk jij nog meer overeenkomsten. Verzoekje van mij: laat dat hieronder in de reacties weten, daarmee help je mij, je collega’s, en daarmee indirect ook de mensheid. Binnenkort meer hierover.
5 reacties op “Wat je als verhalenschrijver kunt leren van de fotografie”
[…] je dit verhaalbegin zou zien als een foto, dan bevinden de hoofdpersoon en zijn vrouw zich binnen het kader. De ruziënde buren vallen erbuiten (en blijven daar bijna het hele verhaal; alleen van de buurman […]
Ik moet het helaas grondig oneens zijn met het verschil tussen film en foto, afgezet tegen roman en kort verhaal.
Ook de film kent het genre van de korte film (“shorts”), en daarin is, net als in de literatuur, een andere aanpak gangbaar dan in de avondvullende bioscoopfilms. Zowel kader als diepte spelen een rol in de filmtechniek. Sluitersnelheid niet als zodanig, maar dat heeft alles te maken met de belichting (ik laat de natuurkundige uitleg even voor wat het is) en die is in film net zo belangrijk als in de fotografie. Ik ziet dat ook meer als de sfeerschildering dan de tijd, want de tijd meet je bij film in meters. Of naar literatuur vertaald: hoeveel woorden wil je gebruiken om de exacte sfeer te schilderen? Is een abstracte Mondriaan voldoende of moet het een gedetailleerde Jeroen Bosch zijn? Doe je het punt voor punt of met de verfroller?
Film is veel belangrijker als analogie met korte verhalen. Film kent namelijk naast de beelden die nauwelijks bewegen (in de literatuur: beschrijvingen van de omgeving en het overgrote deel van dialogen: elementen die de sfeer schilderen maar de plot geen stap verder helpen) ook bewegende beelden (in de literatuur: de actie in het verhaal waardoor de situatie in het verhaal veranderd, de plot voortgestuwd wordt). Een verhaal is geen “still”, een verhaal dat in het begin en het einde en in het midden hetzelfde is, is geen verhaal. Zelfs een cursiefje komt met een punchline daarover heen. Verschillende soorten beelden maken een verhaal levendig.
In film is de afwisseling van allerlei soorten beelden belangrijk, en het soort beeld onderstreept het verhaal dat in de scene. Dat geldt ook voor verhalen. Indikking, inzoomen, dialoog, enz. – wanneer zijn ze effectief en wanneer kunnen ze beter weggelaten worden?
Literatuur beschikt zelfs over de dimensie die het mogelijk maakt de emoties en associaties weer te geven, wat in film hooguit metaforisch is te doen, maar directer dan in een foto, waar je niets anders hebt dan het naakte beeld.
Ik kan iedere schrijver van korte verhalen aanraden eens een film te maken. Op 16 mm of super 8. Alleen de prijs per seconde weerhoud je er al van om zomaar wat te filmen. Dat is iets heel anders dan de mentaliteit “een paar megabyte meer of minder typen kost ook geen drol extra”.
Schlimazlik, Een paar van je suggesties heb ik inmiddels verwerkt in de tekst. Wellicht dat de lezer nu denkt: waar heeft Schlimazlnik het over? Over een vorige versie van deze post!
Een foto kun je ensceneren, een tableau vivant als momentopname? Inzoomen, wat misschien toch iets anders is dan scherpstellen?
Ik ben nu aan het brainstormen want ik zie zowel een verhaal als een roman voor me als een bewegend beeld. Om een kort verhaal als foto of in de vorm van stills te bekijken, dat is interessant. Het is veel meer een kwestie van focussen misschien, aandacht voor het object. wat doe ik met het verhaal dat poseert (mooischrijverij) en zich niet spontaan, naturel gedraagt? Weggooien of photoshoppen?
Leuk onderwerp.
Je zet me aan het denken hoor, met dat idee van kort verhaal in de vorm van stills. Want inderdaad, er zit natuurlijk wel beweging in een verhaal. En mooischrijverij, goede tip, daar ga ik op terugkomen in een van de posts.