Categorieën
Mentaliteit Schrijfopleiding Schrijfproces

Waarom we ploeteren

Ik wilde het hebben over geploeter. Ik ploeter namelijk veel. Ik kan daar negatief over doen, over dat geploeter, maar dan is het dubbel geploeter. Ga maar na: ten eerste ploeter ik, en ten tweede neem ik mezelf dat kwalijk.

Hoewel ik er niet naar streef om het ploeteren in ere te houden (liever niet zeg!) heeft het me wel wat gebracht. Achteraf dan hè.

leven verandert in schrijven

Ooit was er het idee dat ik wilde schrijven. Dat zat in mijn hoofd. Dat leek logisch. Van mijn leven maakte ik een rommeltje, maar wie weet kon ik dat wegpoetsen als ik schrijver werd? Wie weet werd mijn schrijverschap wel zo mooi dat het mijn rommelige leven glans zou geven? En dus schreef ik, eerst voorzichtig een beetje, later op de schrijversvakschool een heleboel. Maar het schrijven werd niet echt iets moois, en het rommeltje dat ik van mijn leven had gemaakt, kreeg ik niet weggepoetst. Hoe meer ik poetste, hoe groter de vlek werd.

Totdat.

Totdat ik een citaat van Jacqeus Brel las:

Uiteindelijk verhaal je over je falen, je vertelt waar je te kort bent geschoten, waarom die blozende appel te hoog voor je hand hing, waarom dat meisje te blond voor je was; zodoende compenseer je dat manco. In mijn liedjes heb ik dat fenomeen van compensatie verwerkt.

(Jacques Brel, in De passie en de pijn. Door Johan Anthierens, LJ Veen, Amsterdam, 1998)

Hé, Brel veegde in zijn chansons niet zijn eigen straatje schoon. Hij liet juist zien hoe hij erin faalde het onbereikbare te grijpen. Het kwartje viel bij mij, en beetje bij beetje begon ik te schrijven over de rommel die ik van het leven maakte, over appels die voor mij te hoog hingen, over meisjes die voor mij te blond waren. Ik concentreerde me niet langer op mooi schrijven. Van toen af aan werd mijn schrijven ietsje oprechter. Niet altijd, want de poging om oprecht te zijn kan tot zeer onoprecht resultaat leiden, ontdekte ik. Toch begon er iets door mijn werk heen te schemeren dat mensen herkenden.

Ik ploeterde, zij ploeterden. Dat schept een band.

schrijven verandert in doceren

Het schrijven gaat met ups en downs. Veel downs. Gelukkig is het me tot nu toe redelijk gelukt om de ups uitgegeven te krijgen, en de downs uit het zicht te houden.

Toen ging ik lesgeven in creatief schrijven. Ik had immers Nederlands gestudeerd, de schrijversvakopleiding gevolgd, verhalen gepubliceerd, leservaring. Het leek voor de hand liggen om creatief schrijven te gaan doceren, aangenaam ook. Hoewel, niet alleen maar aangenaam, het leek me ook doodeng. Voor zo’n groep schrijvers zitten en doen of ik het weet, terwijl ik nog maar een paar jaar geleden zelf een student was. Zekerheidshalve viel ik terug op theorieën en legde ik het werk van de studenten langs de meetlat van die theorieën. Toch had ik het gevoel dat ik maar wat deed. Mijn lessen waren niet slecht, ik zag de meeste studenten vooruitgang boeken, maar er knaagde wel iets aan me.

Totdat

Totdat ik terugdacht aan hoe het met mijn schrijven was gegaan. Hoe ik het geploeter van mijn eigen leven eerst niet in het schrijven had toegelaten, en hoe mijn schrijven opknapte toen ik wel met de billen bloot ging. Ik maakte de vertaalslag naar het lesgeven: misschien moest ik daar ook laten zien hoe ik worstelde – in dit geval: worstelde met het schrijven. Schoorvoetend maakt ik daar in de les een begin mee. Als een studente zei dat iets moeilijk was, dat ze al een tijd aan iets werkte zonder een doorbraak te beleven, begon ik te beamen dat het moeilijk was en dat een doorbraak soms lang op zich laat wachten – ik vertelde hoe ik dat uit mijn eigen praktijk herkende. En als een studente vroeg wat nou de essentie was van het schrijven van een kort verhaal, of sowieso, wat de essentie is van een kort verhaal, zei ik dat ik dat ook niet wist, en dat ik hoopte dat het schrijven zelf haar zou laten zien wat schrijven is en wat voor haar de persoonlijke essentie van het korte verhaal is.

Ik ploeterde, zij ploeterden, dat schept een band.

de volgende stap

En natuurlijk, zoals het een tijd duurde voor ik wilde toegeven dat ik in het leven maar wat deed (ondanks al mijn theorietjes), en later dat ik in mijn schrijven maar wat deed (ondanks al mijn theorietjes), zo duurde het ook een tijd voor ik toegaf dat ik in het lesgeven maar wat deed. Ik begon erover te praten met collega’s. Ik gaf toe dat ik lesgeven na al die jaren nog eng kon vinden. En de meeste collega-docenten zuchtten dan diep. Jij ook al? Ja, ik ook.

Ik ploeterde, zij ploeterden, dat schept een band.

de moraal van het verhaal

Afijn, het is een hele omweg die ik heb afgelegd. En zoals dat bij omwegen gaat, achteraf lijken ze overbodig. Maar al dat geploeter, het schept wel een band – of had ik dat al gezegd? Het maakt ons mens onder de mensen. Tenminste, als we willen toegeven dat we ploeteren en vaak maar wat doen ondanks onze theorietjes. Want als we dat vanuit een Repelsteeltje-complex voor ons proberen te houden (in het donker dansend en roepend: ‘Niemand weet dat ik Repelsteeltje heet’), dan maken we ons eenzaam met die theorietjes. En dan wordt het ook niets met het schrijven of het lesgeven of met wat dan ook.

Toch?

Door Ton Rozeman

Schrijver en docent creative writing. Publiceerde verhalenbundels (longlist Ako en Libris) en het handboek 'Korte Verhalen Schrijven'. Zijn meest recente bundel is 'Wat ik van liefde weet'.

26 reacties op “Waarom we ploeteren”

Ik zoek in Google op “schrijven ploeteren”. Dit stukje stond bovenaan. Terecht.

Beste Ton,
Deze site staat al even stil, maar hij spreekt me aan.

Het zit zo: ik zoek een schrijver om dit voorjaar een intensieve ’training’ te geven van een week, waarin de deelnemers hoofdzakelijk aan één verhaal werken. Je lijkt me erg geschikt en het lijkt me leuk om met jou te werken. Ik zou je hiervoor graag willen uitnodigen, uiteraard tegen welvoeglijke betaling.

Zelf was ik 20 jaar journalist, maar zag de haastigheid niet meer zitten. Sinds drie jaar organiseer ik cursussen/werkweken en – weekends in schrijven en muziek. Dat doe ik in mijn huis in Noord-Frankrijk, dat ik gaandeweg hoop uit te bouwen tot een kleine ‘summerschool’ en ook als zodanig heb ingericht. Je kunt het bekijken op http://www.studioharcigny.nl. We hebben inmiddels flinke ervaring in het realiseren van ‘masterclasses’ e.d. De journalisten Frénk van der Linden en Irene van der Linde zijn twee van onze docenten.

Je ‘profiel’ past erg goed bij wat ik wil aanbieden. Ik hoop dat je interesse hebt en contact met me wilt opnemen. Via mail, of telefonisch 06-1647 6847.

Met vriendelijke groet, Frank Siddiqui
Eikenweg 58 C, 1092 CB Amsterdam

Hoi Ton,

Ik volg je blog nu al bijna een jaar. Dat sinds ik ook begonnen ben met het geven van de cursus creatief schrijven. Eerst als interim, nu als vaste waarde bij twee academies. Ik heb totnogtoe al ontzettend veel gehad aan je blog. Ik kon er echt iets en heb al veel als basis gebruikt bij lessen. Wat fijn is het om nu plots deze blog te ontdekken, want het is zo herkenbaar! Ook al heb ik alle boeken van de Schrijfbibliotheek gelezen en zelfs alle boeken van de wereld, ik denk dat ik altijd onzeker zal blijven over hoe ik de leerlingen nu aan het echte werk kan zetten. Mij lijkt het soms alsof je altijd alles opnieuw moet uitvinden en ontdekken. Heel blij dat ik niet alleen ben, en dat zelfs jij, naar wie ik opkijk, het zo ervaart.

Groeten,
Sylvie

Dank voor de complimenten, Sylvie. Bij welke academies geef je les? Ben benieuwd hoe jij het als dichter aanpakt. Wie weet eens wat ideeën en denkbeelden uitwisselen? Groet! Ton

Beste Ton

Herkenbaar, dat gevoel van ‘ik doe maar wat’. Ik geef al jaren creatief schrijven bij de Volksuniversiteit in Den Haag en hoe beter het gaat met de cursussen en de cursisten, hoe meer ik het gevoel krijg dat ik maar wat doe. Ik denk dat het voortkomt uit mijn eigen eeuwige behoefte aan structuur en ook vanuit een gevoel dat lessen vooral nooit routinematig mogen worden. Zo gauw ik het gevoel krijg dat het allemaal goed gaat, vind ik dat ik het mezelf vast te makkelijk maak. Dan ga ik – bijna neurotisch – achter alle boeken en websites over creatief schrijven aan om inspiratie op te doen. Ik geloof dat ik inmiddels wel 200 ideeën heb voor oefeningen…
Wat me af en toe tijdelijk van dat ik-doe-maar-watgevoel afleidt, is kijken naar wat de cursisten vinden. Ze hebben in elk geval veel plezier in schrijven. Dus misschien is mijn eigen gevoel helemaal niet belangrijk ;-)?

Met vriendelijke groet,

Gemma van Dalen

Oh ja 1: Fijne site is dit trouwens om in de gaten te houden.
Oh ja 2: Ik hoop dat je boek over schrijven snel uitkomt.

Beste Gemma, dank voor je uitgebreide reactie. We komen beiden uit Den Haag trouwens. In het verleden heb ik een cursus lezen van Engelse Short Stories gevolgd bij een collega van je.
En ja, niet routine-matig willen lesgeven, dat herken ik. Steeds iets nieuws houdt het uitdagend, het zorgt ervoor dat ik enthousiast blijf.
En het boek ligt voor de week van het schrijven (begin september) in de winkel. Heb gisteren de laatste drukproef ontvangen om nog een keer ernaar te kijken voor de persen gaan draaien 🙂

Dank voor dit stuk, Ton. Het had niet op een beter moment kunnen komen. Door het rommeltje dat ik van mijn leven aan het maken was, vergat ik te schrijven. Pas toen ik weer begon, ging ik zien wat ik miste. Deze week kreeg ik te horen: ‘Je gaat steeds beter schrijven als het slecht met je gaat.’ Ik hoop dat zal blijken dat dat niet nodig is. Wellicht kan ik ook nog inspiratie opdoen uit het rommeltje dat ik achter me laat. Nogmaals dank!

Wat fijn dat de post iets voor je kan betekenen, Kristel. Mijn idee is ook dat schrijven mogelijk is als het gewoon eens een tijdje goed gaat hoor. Ik sluit niet uit dat ik wel eens de narigheid heb opgezocht omdat ik dacht dat dat bij het schrijven hoorde – maar dat lijkt me achteraf echt een misverstand.

Een wat late reactie op al dat geploeter maar daarom niet minder gemeend.

Mijn inzicht dat je al dat geploeter als schrijver nodig hebt, dat je het verhaal in jezelf moet zoeken kwam vooral bij het lezen van Nathalie Goldbergs Zen en de kunst van creatief schrijven (de Engelse titel dekt beter de lading : Writing Down the Bones : Freeing the Writer Whitin). Natalie Goldberg laat haar studenten op zoek gaan naar wat zij noemt ‘hun obsessies’. Voor de ene is dat chocolade eten, bij de andere mislukte relaties en bij een derde nog weer wat anders.

Dat vraagt natuurlijk heel wat geploeter. Om jezelf als het ware te bevrijden van je obsessies – als je al weet wat die obsessies zijn. Twee interessante citaten die mij daarbij hielpen, enerzijds om je aan het schrijven te zetten en te houden, hoe moeilijk dit soms ook is:

‘This is your life. You are responsible for it. You will not live forever. Don’t wait.’;

anderzijds om je aan te sporen voldoende diep te graven en te ploeteren:

‘Write what disturbs you, what you fear, what you have not been willing to speak about. Be willing to be split open.’

En zo kom je al vlug uit bij het rommeltje wat je bezighoudt : jouw leven, jouw obsessies ofte jouw thema’s. En dat schrijven makkelijk is, vergeet het maar. Mijn studenten zeggen geregeld: ‘maar dat is zo moeilijk’. Al wat ik kan antwoorden is : ‘Ik heb ook nooit gezegd dat het makkelijk is.’

Zelf ondervind ik dat maar al te vaak. Hoe graag ik ook schrijf en hoeveel plezier ik er soms ook aan beleef, het blijft altijd een opgave. Bewijs : perfectionistisch als ik ben, blijf ik er in mijn ogen nog altijd een rommeltje van maken. Dit in tegenstelling tot mijn regie-activiteiten. Maar daar hoef ik natuurlijk niet zo in mezelf te graven. Of kan ik dit graven overbrengen en vooral delen met de acteurs. Is een stuk veiliger en socialer. Want als je schrijft, word je altijd en alleen maar met je arme, ontoereikende zelf geconfronteerd. En precies dat maakt schrijven in mijn ogen zo moeilijk.

Geploeter – wat een prachtige woordkeuze, Ton. En bedankt omdat je je in deze bijdrage zo kwetsbaar durft op te stellen. Daar is moed voor nodig. Klasse.

‘This is your life. You are responsible for it. You will not live forever. Don’t wait.’

Oeh, deze wil ik even aanhalen! Iemand leerde mij ooit : ‘jij bent de belangrijkste persoon in je leven’. Het lijkt heel simpel, maar dat is het niet. Want wie durft er nu altijd en eeuwig voor zichzelf te kiezen ten koste van anderen? Ik zeker niet. Maar als je dit in je achterhoofd houdt en er naar leeft wanneer het voor je gevoel kan, word je leven een stuk gemakkelijker. Want dan weet je waar je het voor doet. Als je de juiste balans weet te vinden wanneer je voor jezelf kiest en wanneer je jezelf wegcijfert voor een ander scheelt dat een hele boel geploeter!

Beste Ploeteraar,

Wat een mooi persoonlijk stuk! Ik vind het prachtig als mensen vanuit hun diepere ik-gevoel schrijven. Dat maakt je heel kwetsbaar maar daardoor ook sterk. Nu we het over quotes hebben, wil ik deze graag met je delen, het is er één die voor mij een echte eye-opener was:

‘J’ai marché un peu plus vite
Et j’ai parlé un peu plus fort,
Pour éviter que l’on m’évite’

(‘Ik liep wat sneller en ik heb wat harder gesproken om maar te vermijden dat men mij vermeed’)

Want waarom zouden we dat doen, ons anders voordoen dan wie we zijn? Waarom zou je je zwakke kant niet mogen delen met leerlingen of met je lezers? De mooiste liedjes komen immers voort uit de meest onzekere of donkere gevoelens, ik denk dat het ook zo is met schrijven. Anderen putten er hoop uit, gevoel, kennis, inspiratie. Dus wat dat betreft is ploeteren niets anders dan een toffe titel. Daarbij: de hele dag op hoge hakken lopen is zeer vermoeiend heb ik uit eigen ervaring geleerd. Geef mij maar platte zolen hoor. Minder sexy misschien maar een stuk steviger!

Ha Merel, mede-ploeteraar, je citaat raakt me. Is deze ook van Jacques Brel, en uit welk chanson, gedicht? Zou er graag meer van lezen. Dank!

Als je dan toch Patrick Bruel-liedjes van deze strekking aan het luisteren bent, raad ik je ook ‘Et puis je sais’ aan. Als je het Frans niet machtig bent wil ik je met alle plezier een vertaling sturen. Dit lied schreef Bruel in eerste instantie voor Frans Rock-icoon Johnny Hallyday, die het met zijn typische rauwe stem de juiste klank gaf. Jarenlang bleef dit lied verder onaangeroerd op diens cd staan tot er Bruel fans waren die hem aanspoorden dit ook zelf te zingen. En dat heeft hij gedaan, na lang wikken en wegen. Ik vind persoonlijk dat dit een van Bruels meest persoonlijke tekst is (vandaar waarschijnlijk de twijfel), en ik volg hem al heel wat jaren. Als hij het heeft over angst die in je maag vastgeplakt zit en dat je vandaaruit verder bergopwaarts moet ploeteren (om maar in strekking van deze post te blijven 🙂 ) dan krijg ik kippenvel. Ben benieuwd of je het iets vind!

Ja, mooi verwoord, en herkenbaar. En toch ook weer die billen bloot, dat blijft een vaag begrip, maar daar gaat het wel om in het schrijven. Op Sol heb ik een quote van Susan Sontag als onderschrift: “Schrijven, dat is jezelf op het spel zetten. Jezelf!”
Maar zelf weet ik nog altijd niet hoe dat moet, ik ploeter dus ook lekker verder, en ja ‘k vind het leuk en hopelijk valt op een goede dag het kwartje in het juiste gleufje.

Repelsteeltje-complex. Ik herken het, maar had er nog nooit van gehoord.

(Even terzijde: ‘ploeteren’ wordt een heel gek woord als je het zo vaak leest…)

Ton, mag ik je hartelijk danken voor al je geploeter, want ik heb er in elk geval ongelofelijk veel van geleerd.
Daarbij: een docent die alles weet en je alles kan vertellen, is vaak weinig inspirerend.
De docent die niet alles weet, en die dat durft toe te geven, stimuleert cursisten tot een zoektocht. De antwoorden die je dan vindt, zijn vaak waardevoller dan welke theorie ook.
Goh, ben ik blij dat ik ook niet alles weet 😉
Blijf je nog lang ploeteren, ook hier op dit blog?

Esther.

Goeiedag wat een geweldig stuk dit, een levensverhaal. Word er bijna weemoedig van.
Ik zal die quote van Brel ook eens snel opslaan.

Reacties zijn gesloten.