Categorieën
Plot & Opbouw Verhalenbundel maken

Zo gebruik je de 3 belangrijke plaatsen in je bundel

Wist je dat iedere verhalenbundel drie belangrijke plaatsen kent? Nadenken over de samenstelling van je bundel is niet alleen interessant als je al veel verhalen geschreven hebt. Het kan je ook verder helpen om met meer verhaalideeën te komen. Een aanpak.

Ik zie mezelf nog op de vloer zitten met de verhalen van mijn tweede bundel om me heen verspreid. Dat die bundel uitgeven ging worden was toen al zeker, maar de volgorde van de verhalen nog niet. Dan eens maakte ik een stapel met het ene verhaal voorop, dan eens schudde ik de verhalen als een spel kaarten en besloot ik dat er een ander verhaal voorop kwam.

De volgorde van de verhalen is bij een verhalenbundel erg belangrijk. In dat opzicht kun je het met een gedichtenbundel vergelijken. Het gevoel van een verhaal neemt de lezer mee als hij naar het volgende gaat. De verhalen in een bundel verhouden zich tot elkaar, resoneren in elkaar, en er valt heel wat te zeggen over de opeenvolging ervan.

Nadenken over de samenstelling van je bundel is niet alleen interessant als je al veel verhalen geschreven hebt. Het kan je ook verder helpen om nieuwe verhaalideeën te ontwikkelen.

In een bundel zijn er drie belangrijke plaatsen. En hoe voordehandliggend die ook zijn, je kunt er echt je voordeel mee doen door ze goed te gebruiken.

  • Het openingsverhaal. De eerste alinea van dit verhaal opent niet alleen het verhaal zelf, maar ook de bundel in zijn geheel. Het weegt zwaar mee in de afweging van de koper of hij dit boek wel of niet op zijn e-reader gaat zetten. Deze opening moet niet alleen de lezer het verhaal en de bundel binnen lokken, maar ook representatief zijn voor wat hij van de bundel mag verwachten. Komt het toevallig zo uit dat deze openingspagina’s erg komisch zijn, terwijl de rest van je bundel vooral suspense een rol speelt? Geen goede keuze. Waar je wel goed aan doet is je openingsverhaal een inkijkje te laten zijn in het thema van je bundel, zonder dat het dit thema al van alle kanten te laten zien. Zo gaat het openingsverhaal van mijn tweede bundel over een man die moeilijk afscheid kan nemen van zijn ex. Dat is een aspect van het thema ‘relaties in verval’ waarvan de rest van de bundel verschillende stadia laat zien. Je kunt het ook als volgt zien: in een openingsverhaal zit niet alleen de spanningsboog van dat ene verhaal, maar ook het begin van de grotere, overkoepelende spanningsboog van de bundel in zijn geheel.
  • Het titelverhaal. Het titelverhaal geeft niet alleen dit ene verhaal een naam, maar het is ook zo’n beetje de ondertitel van alle andere verhalen in je bundel. Het werpt zijn licht op alle andere verhalen. Voor mijn tweede bundel koos is ervoor het verhaal Misschien maar beter ook het titelverhaal te laten zijn. De vier woorden lijken een onderdeel van een dialoog, en dat past bij het gegeven dat dialogen een voorname rol spelen in de bundel. Net zo belangrijk was voor mij dat er een berusting uit spreekt, en dat de personages in die bundel worstelen met het wel of niet berusten in hun leven en hun relaties. Daar komt nog bij dat het titelverhaal ook de opening is van een drieluik dat in de bundel verstopt zit.
  • Het slotverhaal. Zoals het begin van een openingsverhaal een dubbele functie heeft (namelijk voor het verhaal zelf, maar ook voor de bundel), zo heeft het einde van het slotverhaal een dubbele functie. Je zou kunnen zeggen dat het de bundel en het verhaal afsluit, maar helemaal tevreden ben ik niet met die formulering. Ik vind namelijk de functie van een slot niet is om het verhaal of de bundel af te sluiten, maar om het open te breken. Het opent de bodem van het verhaal, zodat zowel het verhaal, het personage als de lezer in de diepte tuimelen. Het zet het verhaal op losse schroeven, het zorgt ervoor dat alles wat daarvoor verteld is net iets anders geïnterpreteerd moet worden. Zo koos ik voor mijn tweede bundel voor een blijkbaar hoopvol einde: een man en een vrouw gaan uit elkaar, maar ze voelen dat dit niet het einde kan zijn, dat het in ieder geval het begin van een doorstart moet zijn. Daarmee lijkt de sombere bundel positief af te sluiten. Totdat je als lezer beseft dat je al eerder over deze personages hebt gelezen, maar dan over een latere fase in hun leven. Dan realiseer je je dat de hoop die aan het einde gloort ijdele hoop is.

Een extra tip: Omdat deze drie plaatsen in de bundel zo krachtig zijn, zou ik er niet voor kiezen om met het titelverhaal het boek te openen of af te sluiten. Want daarmee zou je het aantal krachtige plaatsen terugbrengen van drie naar twee. Toch zonde.

Oproep
Wie heeft er nog meer tips om de volgorde te bepalen en de posities in de bundel in te nemen?

Door Ton Rozeman

Schrijver en docent creative writing. Publiceerde verhalenbundels (longlist Ako en Libris) en het handboek 'Korte Verhalen Schrijven'. Zijn meest recente bundel is 'Wat ik van liefde weet'.

13 reacties op “Zo gebruik je de 3 belangrijke plaatsen in je bundel”

Ton, dank je wel voor deze titels.
Twee staan er in de bieb en ik ga ze meteen halen :-))

Ik schreef mijn roman van A via B naar Z. Van meelezers heb ik begrepen dat dat dodelijk saai is. Ik heb nu het plan om de kernthema’s te verpakken in een kort verhaal. Al die verhalen bij elkaar moeten dan het verhaal van de roman vertellen.
Waarschijnlijk zit er in de verhalen een overlapping van informatie. Mag dat? Of kan ik daar mee spelen, bv. het personage een andere naam geven, feiten veranderen etc.

Ha Sandra, Er zijn de laatste tijd een paar prachtige bundels verschenen met verhalen die aan elkaar gelinkt zijn (ook wel romans-in-verhalen genoemd), die zeer de moeite waard zijn om er de kunst af te kijken. Bijvoorbeeld: Gerard van Emmerik: Ik ben je vriend. Judith Hermann: Alice. En Elizabeth Strout: Winter. De verhalen in deze schitterende bundels zijn zowel ‘los’ als ‘in verband’ te lezen. En ze gaan alledrie op hun geheel eigen wijze om met het verbinden van de verhalen. Ze brengen je vast op ideeën!

En o ja, niet recent maar juist klassiek: de schrijver Dalton Trevisan schrijft losse verhalen, maar geeft zijn hoofdpersonages wel steeds dezelfde naam: João en Maria. De verhalen zijn gebundeld in De zoete vijandin.

Laat je ons weten of deze bundels je konden inspireren, Sandra? En aan onze collega’s die dit blog bezoeken: heeft er iemand tips voor Sandra?

Ook prachtig is de bundel Roem van Daniel Kehlmann. Losse verhalen die toch alles met elkaar te maken hebben.

Het ontdekken van je eigen thema is voor mij het belangrijkste in het bepalen van een volgorde. Veel van mijn verhalen gaan over het vinden van een thuis. Verhalen in een bundel kunnen dan “mee verhuizen”, letterlijk in plaats, maar ook in tijd (bijv. seizoenen) of emotionele ontwikkeling. Als ik chaos als thema heb gevonden in een aantal verhalen, zou ik die juist kriskras door elkaar plaatsen; je kunt zeggen dat volgorde een thema versterkt. Ook de lengte van verhalen kan op elkaar zijn afgestemd. Ik neig als lezer ook even snel te kijken naar het aantal pagina’s ipv de volgorde. Dan lees ik eerst de kortste. Als schrijver houd ik daar rekening mee door de verhalen ongeveer even lang te maken.

De uitwerking van je thema bepaalt inderdaad de volgorde, Kate. De volgorde van je verhalen is dan het pad waarlangs het thema zich ontwikkelt, waarlangs je het thema benadert. En goh, nog iemand die meestal als eerste het kortste verhaal leest… dacht dat ik de enige was met die opmerkelijke gewoonte 🙂

Is het dan niet interessanter om eens te kijken of lezers over het algemeen een verhalenbundel van A tot Z lezen of hapsnap? Als niemand van A naar Z leest, heeft het ook weinig zin je druk te maken over de volgorde van de verhalen.
Of zijn er trucs om de lezer in de volgorde te laten lezen die jij als schrijver wilt?

Inderdaad zullen niet alle lezers een bundel van A tot Z lezen, S. Toch zal dit regelmatig wel gebeuren. Bovendien zal de geoefende en de professionele verhalenlezer wel degelijk op de volgorde letten (zelfs al leest hij ze in een andere volgorde), eens te meer omdat die volgorde informatief is. Dat niet iedereen zich altijd iets van de volgorde aantrekt, betekent niet dat die niet van belang zou zijn. Hetzelfde geldt voor de volgorde van gedichten in een bundel, van nummers op een cd, of van foto’s op een tentoonstelling.

Ik ben vast een heel foute lezer: ik ga eerst kijken hoe lang ieder verhaal is en pak dan een verhaal naarmate ik tijd heb. En ik lees de verhalen met interessante titels eerder dan anderen. Ik kan me niet herinneren ooit een verhalenbundel van voor naar achter te hebben gelezen.

Toch heb ik er als schrijver enige aandacht aan besteed: in een (onuitgegeven) verzameling SF verhalen is de volgorde van nu naar steeds verder in de toekomst.
Een andere verzameling bestond uit fragmenten van een leven, losse verhalen, maar die dan wel in chronologische volgorde stonden.

Als je verhalen thematisch verbonden zijn, zou dat thema in de titel terug moeten komen, en in alle verhalen van de bundel. Dus zou het niet uit moeten maken welke van de verhalen het titelverhaal is en dan zou je in theorie ook de titel van het boek op een willekeurig verhaal kunnen plakken, en dus in omgekeerde volgorde kunnen werken.

Daarnaast worden korte verhalen ook wel geschreven als zelfstandige verhalen die met verhalen van andere schrijvers gebundeld worden en dan is de plaats in een bundel minder belangrijk. Mocht je de diverse her en der al verschenen gedichten verzamelen, dan spelen andere overwegingen.

herkenbaar, de worsteling over de volgorde van je verhalen. ik denk wel bewust hierover na, en ook probeer ik bewust verhalen te schrijven die bij elkaar passen.

zo helder als jij het hier beschrijft had ik het niet kunnen bedenken, maar het klinkt heel zinnig. bedankt voor deze tips.

peTer

Reacties zijn gesloten.